Auteur Sible Schöne
Gemeenteraden denken nog niet na over welke wijken in 2030 van het gas afgaan en Sible Schöne waarschuwt dat tijd dringt. Hij wijst er op dat gemeenten moeten nadenken over het besluitvormingsproces, communicatie en de organisatie van de nieuwe warmtevoorziening. Gemeenten hebben volgens hem hulp nodig om problemen te voorkomen.
De gemeenteraad krijgt een sleutelrol bij de warmtetransitie. Samen met bewoners en gebouweigenaren bepaalt de gemeenteraad per wijk wat de beste oplossing is voor warmte en stroom. Het is de bedoeling om uiterlijk in 2021 de volgorde en het tijdpad vast te leggen waarin wijken worden aangepakt. In dat plan staat ook hoe bewoners erbij worden betrokken.
Maar hoe ziet zo’n democratisch en participatief proces er uit? Het formele democratische proces is duidelijk. Het is de bedoeling dat de raad binnen het kader van de nieuwe omgevingswet een besluit neemt dat er een warmtenet komt in een bepaalde wijk of dat iedereen een warmtepomp moet aanschaffen voor een bepaalde datum. Bewoners kunnen vervolgens bezwaar maken tegen dit besluit, waarna definitieve besluitvorming plaatsvindt.
Dat klinkt simpel. In een eerdere bijdrage heb ik de vraag gesteld waar woningeigenaren eigenlijk recht op hebben als de gemeente besluit hun wijk van het gas af te sluiten? Dit is niet echt duidelijk. In de Energieagenda heeft het ministerie van Economische Zaken voorgesteld om de gasaansluitplicht (die op gasnetbeheerders rust) om te zetten in een warmterecht (voor gebouweigenaren). In het regeerakkoord is afgesproken dat dit warmterecht betekent dat eindgebruikers aanspraak kunnen maken op een aansluiting op een (verzwaard) elektriciteitsnet of een warmtenet. In het Klimaatakkoord is daar het uitgangspunt woonlastenneutraliteit aan toegevoegd.
Hoe ziet de praktijk er uit? In het kader van een onderzoek* heb ik de afgelopen weken gesproken met een aantal bewonersinitiatieven, die in de eigen wijk aan de slag zijn en de betrokken gemeenteambtenaren. Dat biedt enig inzicht waar we nu staan bij de koplopers en welke vragen er spelen.
De verschillende initiatieven richten zich allemaal op relatief kleinschalige warmtenetten in allerlei varianten: hoge temperatuur, (70 – 90 graden), midden temperatuur (50 – 60 graden) plus isolatie en duurzame warmte-opwek in de woning en lage temperatuur plus warmtepompen in de woning.
Een kernvraag is hoe je kunt komen tot een aantrekkelijk aanbod voor bewoners. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn kostenneutraliteit (liefst iets goedkoper), duurzaamheid en comfort. De proeftuinensubsidie en het aangekondigde brede palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden voor alle doelgroepen kunnen daarbij helpen, al is het in de praktijk nog een hele zoektocht.
“Geef bewoners op lange termijn zeggenschap kosten van warmtenet”
Maar het gaat niet alleen over de technische en financiële aspecten van de propositie. Minstens zo belangrijk is of het bewonersinitiatief het vertrouwen heeft van de buurt en of ze de goede snaar weten te raken. Essentieel punt voor alle initiatieven is verder dat de organisatievorm van het (wijk)warmtebedrijf zodanig is dat bewoners ook op lange termijn een bepaalde vorm van zeggenschap hebben over de kosten van het warmtenet. Je hebt immers met een monopolist te maken.
De governance van het (wijk)warmtebedrijf is dus een belangrijk punt van aandacht voor de bewonersinitiatieven. Maar ook bij de gemeenten begint door te dringen dat dit ook vanuit het eigen perspectief een relevant vraagstuk is. De betrokken ambtenaren voelen op hun klompen aan dat de gemeente een bepaalde zorgplicht heeft voor de warmtevoorziening van wijken die ze van het aardgas afsluiten. Ook de gemeente zal dus bepaalde eisen willen stellen aan de kwaliteit van de partij die het warmtenet gaat beheren, inclusief het draagvlak bij bewoners.
Het denken hierover is nog maar nauwelijks op gang gekomen. Illustratief is dat de ene gemeente (Groningen) een eigen warmtebedrijf heeft opgericht, terwijl andere gemeenten bezig zijn hun warmtebedrijf (c.q. Eneco) te verkopen. Een besluit waar de discussie over de governance van de nieuwe warmtenetten voor zover mij bekend geen enkel rol heeft gespeeld.
Mijn beeld is dat de meeste gemeenteraden in ons land nog geen moment hebben nagedacht over de impact van het landelijke besluit dat ze verantwoordelijk worden voor de wijkaanpak en dat ze over twee jaar een besluit moeten hebben genomen welke wijken voor 2030 van het gas afgaan. Er is nog nauwelijks nagedacht hoe een zorgvuldig democratisch en participatief besluitvormingsproces er in de praktijk uit ziet en wat dat betekent voor hun communicatie en de organisatie van de nieuwe warmtevoorziening. Dat moet snel veranderen. De nodige druk op de ketel is daarbij onvermijdelijk. Maar druk zetten zonder gemeenten te helpen breed gedragen antwoorden op bovenstaande vragen te formuleren, lijkt me vragen om moeilijkheden.
*Dit onderzoek zal in mei worden gepubliceerd via Platform31 en HIER