Lokale groene energieprojecten kunnen niet doorgaan doordat zij hun stroom niet kwijt kunnen. Netbeheerder Enexis moet in Groningen en Drenthe ‘nee’ verkopen aan boeren, bedrijven en verenigingen die zonnepanelen op hun daken willen, door een gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet. Ook aansluiting van nieuwe grootschalige zonneweiden is in bepaalde gebieden niet meer mogelijk.
Wie plaatselijk energie opwekt maar die niet zelf gebruikt, levert de elektriciteit terug aan het net. En daar wringt het. ‘Nieuwe initiatieven voor duurzame opwek (met name zonneparken) vragen om zoveel aansluitcapaciteit, dat het regionale net op korte termijn en op verschillende plaatsen de grenzen van de maximale belastbaarheid nadert’, stellen Enexis en de landelijke netbeheerder TenneT. Volgens het ontwerp-Klimaatakkoord is de zekerheid dat opgewekte stroom kan worden geleverd aan het net juist ‘een belangrijke succesfactor’ van de productie van genoeg hernieuwbare energie.
In 2017 schatte TenneT nog in dat het Nederlandse stroomnet met geplande investeringen toekomstbesteding zou zijn. Maar de toename van het aantal zonneparken overtreft alle verwachtingen. Vorig jaar nam het opgestelde vermogen aan zonnepanelen naar schatting met 50 procent toe.
‘De capaciteit van het stroomnet is een bottleneck voor de energietransitie’, zegt directeur Siward Zomer van ODE Decentraal, de koepelorganisatie van lokale duurzame energieprojecten.
Beperkte capaciteit teruglevering
Volgens Netbeheer Nederland speelt het probleem van een overbelast niet overal in het land. In delen van Groningen, Drenthe en Overijssel is de kwestie nijpend. Daar is veel ruimte voor projecten en de grond is er goedkoop. Maar omdat er relatief weinig mensen wonen en minder bedrijven zijn, is het stroomnet niet toegerust op toenemende teruglevering. Op zes hoogspanningsstations is zelfs helemaal geen ruimte meer voor nieuwe grootverbruikersaansluitingen.
Het grootste probleem is de onvoorspelbaarheid van nieuwe zonneparken, zegt Jan Bakker van Enexis. Anders dan met windparken is er voor zonneweiden geen centrale coördinatie, planning of spreidingsbeleid. Daardoor worden netbeheerders overvallen en kunnen ze hun kabels en transformatiehuizen niet tijdig aanpassen. Voormalig minister Kamp beloofde in 2016 nog dat de rijksoverheid de regie zou gaan voeren. ‘Maar zijn opvolger Wiebes verwijst naar de klimaattafels’, aldus Bakker.
Wiebes verwoordde het in een Kamerbrief zo: ‘Voor de korte termijn zullen de betrokken overheden, netbeheerders en de sector in overleg een praktische oplossing moeten zoeken. Het vergroten van de netcapaciteit kost tijd, omdat ruimte gevonden moet worden voor stations en voor nieuwe verbindingen met bijbehorende ruimtelijke vergunningprocedures.’
De in het klimaatakkoord aangekondigde Regionale Energie Strategieën (RES) moeten ervoor zorgen dat duurzame energieprojecten beter worden gepland en afgestemd, zegt Siward Zomer. ‘Nu is het: wie het eerst komt, die het eerst maalt.’
Draagvlak energietransitie
Een wrang gevolg is te vinden in het Drentse Nieuw-Buinen. Ook al verrijst er een windmolenpark en wordt er een zonneweide met 180 duizend panelen aangelegd, de plaatselijke voetbalclub die 246 panelen op het dak van de kantine wilde, kreeg van Enexis te horen dat er geen ruimte op het netwerk is.
‘Als je het draagvlak voor de energietransitie wilt vergroten, kun je dit niet verkopen’, zegt PvdA-Statenlid in Drenthe Peter Zwiers. Hij vindt dat netbeheerders een deel van hun capaciteit moeten reserveren voor maatschappelijke energieprojecten. In het ontwerp-klimaatakkoord wordt juist het belang benadrukt van kleinschalige stroomproductie, draagvlak en participatie: ‘Iedereen kan meedoen’ is het motto.
Netbeheerders mogen geen onderscheid maken tussen aanvragen. ‘We zijn groot voorstander van lokale duurzame energieprojecten, maar we moeten de opgewekte stroom wel kwijt kunnen’, zegt woordvoerder Jan Bakker van Enexis. Zelfs als regionale netbeheerders hun capaciteit vergroten, loopt de infrastructuur op een hoger niveau bij TenneT tegen de grenzen aan. ‘Verzwaren’ van het net kan drie tot tien jaar duren en is zeer kostbaar.
Bron: De Volkskrant