De stimulering voor zonnepanelen gaat op de schop. Blijven ze rendabel?

Het systeem om zonnepanelen te subsidiëren gaat op de schop. De plannen zijn nog niet helemaal kristalhelder, maar zeker is dat de salderingsregeling, het simpelweg verrekenen van verbruikte en geproduceerde zonnestroom, wordt vervangen door de terugleversubsidie. Wat gaat er gebeuren en kan de consument nog rekenen op een goed rendement?
Zonnepanelen zijn de afgelopen jaren voor particulieren erg winstgevend gebleken. Zo erg zelfs dat het huidige systeem niet meer houdbaar is. De overheid zou te veel belasting mislopen als het salderen doorgaat en ook is de regeling relatief duur vergeleken met andere manieren om groene energie te stimuleren.

Minister Eric Wiebes van Economische Zaken presenteerde onlangs de hoofdlijnen van een nieuwe opzet: een terugleversubsidie. In dit systeem, dat vanaf 2020 moet ingaan, wordt de opgewekte zonnestroom van de particulier bijgehouden via een slimme meter en krijgt de consument daar een vergoeding voor.

Subsidie wordt verstrekt door eenmalig een beschikking aan te vragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de verrekening van de subsidie moet uiteindelijk maandelijks plaatsvinden via de energieleverancier.

Een terugverdientijd van zeven jaar en een eenvoudige opzet moeten de zonnepanelen aantrekkelijk houden voor consumenten. Zonnepanelen horen zo’n 25 jaar mee te gaan, dus uiteindelijk heeft de consument achttien jaar ‘gratis’ stroom uit de zonnepanelen.

“op een gegeven moment is er geen subsidie meer nodig”
Annelies Veenstra

Maar de overheid wil ook niet te veel kwijt zijn aan deze subsidie. Elk jaar wordt daarom een subsidieplafond vastgesteld. In overleg met marktpartijen wordt de subsidie bepaald. Voor de huishoudens die nu al zonnepanelen hebben en salderen, wordt een overgangsregeling gemaakt. Meer details over de regeling of over het plafond komen later pas.

Hoe is het nu geregeld?

In het huidige systeem, de salderingsregeling, is het vrij simpel zolang de consument een standaard energiecontract heeft. De geproduceerde zonnestroom werd simpelweg verrekend met de verbruikte stroom. Stel dat een particulier 0,21 euro per kilowattuur betaalt voor zijn of haar stroom, dan is dat ook de prijs die hij of zij krijgt voor de zonnestroom.

De particulier betaalt zo bijvoorbeeld geen energiebelasting of leveringskosten over de geleverde zonnestroom. Gecombineerd met de dalende prijzen van zonnepanelen konden consumenten hierdoor de laatste jaren een aardig rendement maken met zonnepanelen.

Tel daar nog eens bij op dat bezitters van zonnepanelen als ondernemers kunnen worden aangemerkt sinds een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Zo kunnen ze de btw op de aankoop van zonnepanelen en de installatie terugvragen van de Belastingdienst.

Productie zonnestroom

Onzekerheid

Belangenclubs zijn tevreden met de keuze voor een terugleververgoeding, maar er zijn nog vraagtekens over de cruciale details. “Krijgt de panelenbezitter die de subsidie aanvraagt jaarlijks met een nieuw tarief te maken of ligt die vast vanaf de aanvraag voor langere tijd?”, vroeg Bart Combée, directeur van de Consumentenbond, zich af.

“Zo’n jaarlijks plafond mag niet een nieuwe onzekerheid worden. Tot slot specificeert de minister de ‘soepele overgangsregeling’ niet nader in zijn brief. We horen graag van de minister wat hij voor ogen heeft.”

Ook Vereniging Eigen Huis (VEH) is positief over de regeling, maar vindt dat veel afhangt van de uitwerking. De organisatie voor huizenbezitters wil dat er een garantie komt dat de subsidie niet opeens halverwege een jaar op is.

Thuisbatterijen

Amelie Veenstra, beleidsadviseur van Holland Solar, de organisatie die verkopers van zonnepanelen vertegenwoordigt, snapt dat de overheid een nieuwe regeling in het leven wil roepen. “Het is uiteindelijk eerlijker om met zo’n terugleversubsidie te werken.”

Holland Solar vindt dat de overheid zichzelf ook verplicht om zonnepanelen aantrekkelijk te houden. “Als je in een klimaatakkoord een heleboel ambities hebt over hoeveel zon-pv er moet komen in een wijk, dan is dat ook nodig”, zegt Veenstra. Maar ook voor de branchevereniging is het afwachten waar de minister mee komt.

“En op een gegeven moment is er geen subsidie meer nodig”, legt Veenstra uit. Zonnepanelen blijven goedkoper worden. Zonder aangepast beleid zou een paneel zich in 2025 in maar vier jaar terugverdienen.

En met de ontwikkeling van thuisbatterijen kan steeds meer zonnestroom lokaal worden verbruikt. Uiteindelijk bespaart een consument zich zo alsnog de kosten van 0,21 euro per kilowattuur. “Je voorkomt daarmee een kilowattuur die je anders van het net haalt en dan levert het het volle pond op.”

Veenstra benadrukt dan ook dat de toekomst van zonnepanelen in energiemanagement ligt. Nu verbruikt een huishoudens met zonnepanelen gemiddeld 30 procent van de eigen opgewekte zonnestroom. Maar met de ontwikkeling van thuisbatterijen kan dit percentage wel eens stijgen naar 50 tot 70 procent.

Bron: nu.nl