Help/Hoera, de wijk moet van het gas af

Het Friese Garyp en het Utrechtse Overvecht-Noord pionieren voor een aardgasvrije toekomst. Waarom gaat dat in Friesland zoveel beter dan in Utrecht?Door Jurre van den Berg en Charlotte Huisman | Foto’s Harry Cock

Wie denkt dat het overdreven is de energietransitie ‘de grootste naoorlogse verbouwing van Nederland’ te noemen, moet eens komen kijken aan het Feanhusterpaad in het Friese dorp Garyp. Daar wordt deze ochtend de voorgevel van de familie Stoffelsma volledig ontmanteld. Na het verwijderen van de glaslatten tillen twee werkmannen het grote raam eruit. Daarna gaat de zaag in het kozijn. De bovenverdieping wacht hetzelfde lot.

Jelle en Nora Stoffelsma hadden al dubbelglas in hun twee-onder-een-kapwoning uit 1998. Maar tripelglas in een kunststof kozijn isoleert pas écht goed, weet Jelle (63), ict’er bij de politie. ‘Dan heb je helemaal geen last van weglekkende warmte.’

De erker van de familie Stoffelsma in Garyp wordt nog beter geïsoleerd. 

Drie jaar geleden begon het echtpaar hun woning te verduurzamen. Bij het vernieuwen van de woonkeuken schakelden ze over op inductiekoken en vloerverwarming. ‘Het geeft zo’n comfortabele warmte’, vond Nora (53), die werkt als chauffeur bij PostNL. ‘Toen zeiden we: als we de kans krijgen, dan ook in de voorkamer.’

Die kans kwam sneller dan gedacht. Eind 2018 meldde het dorpskrantje dat Garyp (1.900 inwoners) was uitverkozen tot ‘proeftuin’ in de energietransitie. Door de 5,5 miljoen euro die met dat etiket naar Friesland vloeiden, kwamen er subsidies beschikbaar. Dan maar meteen helemaal van het gas af, besloten de Stoffelsma’s, dus ging de cv-ketel eruit.

‘Soms moet je veranderen om jezelf te blijven’, staat er op een met krijtverf beschilderde muur. Trots laat Jelle in de garage de vier compacte warmtepompunits zien. Een bijzondere installatie, gevoed door thermodynamische panelen. Prijzig, maar zonder de bromtoon waar warmtepompen berucht om zijn. ‘Mijn vrouw is daar gevoelig voor. Als straks de hele straat warmtepompen heeft, zou het hier een bijenkorf worden.’

Op zijn telefoon toont Jelle de staafdiagrammen van het gasverbruik in de maand november: na de 14de een vlakke zee. ‘Dat was een feestdag.’ In dezelfde app kunnen zijn vrouw en hij monitoren hoeveel stroom hun 24 zonnepanelen opwekken. ‘Het is verslavend’, zegt Nora. Hun verbouwing werkt sociaal aanstekelijk, vertelt ze. ‘Als iemand voor een collecte aan de deur komt, steekt die toch even het hoofd om de hoek: houden jullie het wel warm?’

Natuurlijk: zij kunnen het zich veroorloven. Al met al is het een fikse investering geweest: 55 duizend euro voor de technische installatie en bouwkundige aanpassingen. Vanwege de proeftuinstatus van Garyp en omdat het gezin daarbinnen tot de pioniers behoort, ontvingen ze zo’n 15 duizend euro subsidie.

Op zijn 78ste hoopt Jelle Stoffelsma het te hebben terugverdiend, al is dat niet zijn belangrijkste drijfveer. ‘Je schrikt ervan welke kant het opgaat met het klimaat. Dat wil ik mijn kinderen en kleinzoon besparen. Maar als in plaats van Garyp buurdorp Burgum uitverkozen was als proeftuin, dan hadden we wel drie keer nagedacht.’

Van het gas af

In het regeerakkoord is afgesproken dat voor het eind van de kabinetsperiode jaarlijks 30- tot 50 duizend woningen aardgasvrij worden opgeleverd. In 2030 moeten 1,5 miljoen bestaande huizen ‘van het gas af’ zijn, is de ambitie uit het Klimaatakkoord. En uiteindelijk (alle) 7 miljoen in 2050, te beginnen in 27 ‘proeftuinen’: in elke provincie ten minste één wijk of dorp. Nieuw te bouwen woningen moeten overal in principe aardgasvrij zijn. In bijzondere omstandigheden kunnen gemeenten daarop een uitzondering maken.

De ambities in het nationale Klimaatakkoord zijn groot. In 2030 moeten 1,5 miljoen bestaande huizen ‘van het gas af’ zijn. Maar de verduurzaming van Nederland wordt niet als een vijfjarenplan verordonneerd door de centrale overheid. Volgens de beste Nederlandse traditie worden lokale overheden geacht schot in de zaak te brengen – en door schade en schande wijs te worden.

Daarom wees minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in 2018 27 zogeheten ‘proeftuinen’ aan, in elke provincie ten minste een. Ze mochten 120 miljoen euro verdelen voor het aardgasvrij maken van een wijk of dorp. Zoals Garyp dus, dat het eerste aardgasvrije dorp van Nederland wil worden.

Deze gemeenten ‘doen kennis en ervaring op met het verduurzamen van bestaande wijken op een haalbare en betaalbare manier’, is het idee. Ook in het Klimaatakkoord wordt een ‘wijkgerichte aanpak’ gepredikt. ‘Zo kunnen zowel de bewoners als de gebouweigenaren (zoals bakkers, scholen en anderen) betrokken worden bij de verduurzaming van de wijk.’

In 2018 ging de Volkskrant al kijken in een andere ‘proeftuin’: de Utrechtse naoorlogse flatwijk Overvecht-Noord. Daar bleken buurtbewoners zich eerder overvallen dan uitverkoren te voelen door het vooruitzicht in 2030 van het gas afgekoppeld te moeten zijn.

Ook in andere proeftuinen blijkt de praktijk vooralsnog weerbarstig. Vorige week wisselden in Nieuwegein 1.200 ambtenaren, bestuurders en vertegenwoordigers van belangengroepen de eerste ervaringen uit. ‘Bewoners maken zich zorgen om de betaalbaarheid, om het ‘gedoe’ en willen een rechtvaardige aanpak waar de lusten en lasten evenwichtig verdeeld worden’, aldus de voortgangsrapportage. Gemeenten zijn nog zoekende. Intensief contact met bewoners blijkt cruciaal, maar veel tijdrovender dan gedacht. En simpele oplossingen liggen nog niet klaar.

De energietransitie is ontegenzeggelijk een van de grootste uitdagingen waarvoor Nederland staat. In technologisch, economisch en financieel opzicht, maar ook in sociale zin. Om te zien hoe die verloopt, zal de Volkskrant met enige regelmaat terugkeren in Utrecht Overvecht en in Garyp. Hoe probeert men op lokaal niveau groene dromen te verwezenlijken? Worden ambities ingelost, of valt de voortgang tegen? En neemt het enthousiasme over een gasloze toekomst stilaan toe?

Overvecht: druk van bovenaf

‘Never nooit’ komt er zo’n enorme, brommende warmtepomp op zijn krappe balkon, zegt Gerard Rietveld. De 70-jarige bewoner van Overvecht woont deze novemberavond met twee andere bestuursleden van de vereniging van eigenaren (vve) van zijn appartementencomplex een informatiebijeenkomst bij van de gemeente.

Hun vijf verdiepingen tellende jarentachtigcomplex heeft al een gemeentelijke ‘energieadviseur’ op bezoek gehad, vertellen de drie heren aan een tafeltje in het matig verwarmde wijkgebouw. Het adviesrapport hebben ze bij zich. De conclusie: deze 45 appartementen moeten elk voor zeker 30 duizend euro per stuk worden geïsoleerd om überhaupt te kunnen omschakelen naar bijvoorbeeld een warmtepomp. Een absurd bedrag, vindt Rietveld. ‘Er wonen hier vooral ouderen met een AOW.’

Wat gaat de gemeente doen om de kosten voor bewoners te dekken? Als vve-penningmeester Joost van Berkel de vraag hardop stelt, blijft het antwoord vaag. ‘We gaan in gesprek hoe we dit gaan doen met elkaar’, zegt de gemeenteambtenaar op het podium.

Van Berkel fronst. ‘Er worden in mijn beleving geen echte stappen gemaakt om dit financieel behapbaar te maken’, zegt hij. ‘We willen meedoen, maar ik kan als penningmeester niet 30 duizend euro bij iedereen gaan weghalen.’

Precies twee jaar geleden kregen de bewoners van Overvecht-Noord een brief waarin stond dat hun wijk was ‘uitverkoren’ als voorloper in de gastransitie. Het progressieve stadsbestuur met GroenLinks en D66 als grootste partijen en met wethouder Lot van Hooijdonk als ‘groen’ boegbeeld, wil dat Utrecht op dat vlak een van de landelijke pioniers wordt. Overvecht-Noord werd ‘proeftuin’ op technische gronden: daar moesten de gasleidingen rond 2030 toch worden vervangen. Een keuze zonder inspraak van de bewoners, opgelegd van bovenaf.

Nog steeds zetten veel bewoners de hakken in het zand. Anderen, zoals penningmeester Van Berkel, stellen zich welwillend op. Ze willen in elk geval luisteren naar de plannen. En vooral: horen hoe het stadsbestuur de gastransitie voor hen ‘haalbaar en betaalbaar’ wil maken, zoals GroenLinks-wethouder Van Hooijdonk heeft beloofd.

Maar twee jaar na die bekendmaking heeft de gemeente nog geen antwoord op de twee belangrijkste vragen: op welke manier gaat de wijk van het gas af? En wie draait op voor de kosten? Dit voorjaar, zo is de planning, kiest het Utrechtse stadsbestuur ‘voorkeursopties’ die het zal presenteren aan de buurten in Overvecht, bijvoorbeeld of bewoners kunnen worden aangesloten op een warmtenet, of dat toch iedereen aan de warmtepomp moet. Dan zal de onduidelijkheid over de bekostiging nog niet zijn weggenomen.

Voor het merendeel van de bewoners zijn de gevolgen overigens relatief klein. De meeste woningen in Overvecht zijn huurwoningen in flats in het bezit van corporaties. Veel ervan zijn bovendien al aangesloten op een warmtenet en hoeven alleen voor het koken van het gas af te schakelen.

Maar voor de bewoners van de paar buurten met laagbouwkoopwoningen en de koopappartementencomplexen, bij elkaar zo’n 1.300 woningen, is een spannende en onzekere tijd aangebroken. Er zijn zelfs al bewoners om verhuisd, vertelt een bestuurslid van een andere vve tijdens de informatieavond. ‘Ik krijg de bewoners niet mee, ze worden zenuwachtig van dit gedoe. De gemeente verzint iets en wij krijgen het op ons bordje.’

Garyp: trotse pionier

Een paar gedemonteerde gasmeters zijn in de entreehal van It Enerzjyhûs demonstratief in de vuilnisbak gemikt. Weliswaar geen afdankertjes uit de dertig huizen in Garyp die in 2019 als eerste ‘van het gas af’ gingen. ‘Maar het gaat om het statement’, zegt Jacob Miedema, dorpsbewoner en projectleider in deeltijd van Aardgasvrij Garyp. Het is de enige proeftuin in Nederland waar daadwerkelijk huizen zijn losgekoppeld.

De symboliek in het informatiecentrum voor duurzaamheidsadvies, gevestigd in het oude pand van de lokale Rabobank, kan weinigen ontgaan. De vloerbedekking is er groen als gras. Vloer, wanden en dak zijn volledig geïsoleerd. De boerenleenbank mag dan zijn verdwenen uit Garyp, de coöperatieve geest waart er nog altijd rond. Met vereende krachten wil het dorp collectief de strijd aangaan met het aardgas. In het projectplan staat de ambitie om 80 tot 90 procent van alle woningen binnen vijf jaar af te schakelen.

‘Ik verneem dat elders vooralsnog vooral veel wordt gepraat en weinig gebeurt’, zegt Miedema. ‘Dat is niks voor ons. Wij zijn doeners.’

In 2014 werd in Garyp de ‘Enerzjy Koöperaasje’ opgericht. Nu komt er lokale groene stroom uit het in 2017 opgeleverde zonnepark: De Griene Greide (‘De Groene Weide’). De 27 duizend zonnepanelen op de voormalige vuilstortlocatie kunnen 1.700 huishoudens van stroom voorzien – terwijl er in Garyp maar 603 huizen staan. Het is het grootste zonnepark in eigen beheer van Nederland. ‘Aan de rand van het dorp draait een miljoenenbedrijf’, zegt Jacob Miedema. Enerzjy Koöperaasje-voorzitter Gjalt Benedictus: ‘Wij zijn de geitenwollen sokken allang ontgroeid.’

Dat zonnepark vormt in meerdere opzichten het brandpunt van de omslag die Garyp doormaakt. Het bewees dat het dorp op eigen kracht iets groots kon verwezenlijken. Bovendien vloeien de opbrengsten uit de verkoop van de lokaal opgewekte stroom volledig en rechtstreeks terug naar de gemeenschap. ‘Als je de maatschappij wilt veranderen, kan dat niet zonder die maatschappij mee te krijgen’, zegt Gjalt Benedictus, voormalig regiodirecteur van de Rabobank en oud-CDA-raadslid.

In Garyp is ‘groen’ geen zaligmakend geloof, geen doel op zichzelf. ‘Sociale duurzaamheid’ is het concept dat het dorp koestert. ‘Energie is onderdeel van een groter plan: hoe kunnen we het dorp toekomstbestendig maken?’ Dan gaat het bijvoorbeeld over een woonvoorziening voor ouderen in het vergrijzende dorp. Ook maakte de energiecoöperatie modernisering van het dorpszwembad mogelijk. ‘We laten de lusten lokaal landen’, zegt Jacob Miedema. ‘Zo creëer je draagvlak.’

Wat daarbij hielp, is dat de energiecoöperatie alles in gang bracht. Een dictaat was het nooit. ‘Het kwam van binnenuit, als een olievlek’, zegt ook Jelle Stoffelsma. ‘We zijn nooit overrompeld.’

‘Haalbaar en betaalbaar’

Een eigen zonnepark, dat kunnen ze in Overvecht wel vergeten. En nu de gemeente nog geen echte keuzes heeft gemaakt over de verduurzaming van de wijk, gaat het tijdens de informatieavond over algemeenheden. ‘Over de echte problemen wordt niet gepraat’, zegt een wijkbewoner geërgerd. ‘Hoe moet het bijvoorbeeld in flats die deels corporatiebezit zijn en deels bestaan uit koopwoningen?’

Ook GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk is aanwezig. Het klopt, zegt ze later, dat de gemeente nog niet alle antwoorden paraat heeft. ‘Logisch dat we nu nog niet alles weten over een proces dat in 2030 moet zijn voltooid, we nemen de tijd. We zijn er vroeg mee naar buiten gegaan, zodat bewoners er rekening mee konden houden als hun ketel moest worden vervangen of als ze verbouwingsplannen hadden.’

Ondertussen moet het Rijk met wetgeving en subsidies de voorwaarden scheppen om de transitie mogelijk te maken, beklemtoont de wethouder. ‘En wij moeten al wel beginnen, om te zien waar we in de praktijk tegenaan lopen.’

Zonnepanelen op het dak in Overvecht-Noord.

Utrecht heeft 4,6 miljoen euro rijkssubsidie gekregen voor ‘proeftuin’ Overvecht. Die moet vooral ten goede komen aan bezitters van koopwoningen, zegt de wethouder. Veel verwacht Van Hooijdonk daarnaast van de ‘gebouwgebonden financiering’, een lening voor verduurzaming die aan de woning ‘hangt’ en dus niet zozeer op de bewoners drukt of wordt gekoppeld aan hun kredietwaardigheid. Maar die leningsvorm is er nog niet. Evenmin als een ‘warmtefonds’ dat mensen die het echt niet kunnen betalen, schadeloos moet stellen.

Twee jaar geleden ontmoette Van Hooijdonk grote weerstand bij de lancering van het plan. Sindsdien herhaalt ze haar belofte dat de omschakeling ‘haalbaar en betaalbaar’ moet zijn voor de bewoners. ‘We gaan voor kostenneutraal.’

Maar hoe? Off the record zeggen meerdere betrokkenen dat dit bijna onmogelijk is. Toch blijft van Hooijdonk erbij: ‘Wij gaan de bewoners van Overvecht niet laten bloeden. We hebben tien jaar de tijd. Als het in Overvecht niet lukt, lukt het ook niet in de rest van Nederland.’

Tûk vertrouwen

Het gemeentebestuur in Tytsjerksteradiel, de gemeente waartoe Garyp behoort, is op papier minder groen dan dat van Utrecht. Het college bestaat uit het CDA, de ChristenUnie en de Fryske Nasjonale Partij. ‘Maar toen in 2018 de oproep voorbijkwam een ‘proeftuin’ voor te dragen, wisten we meteen: dit is een kans’, zegt wethouder Andries Bouwman (CU). Garyp kon een voorbeeld worden, binnen en buiten de eigen gemeente. ‘Garypen, daarvan heb je er veel in Friesland.’

Tûk vertrouwen’ is de term die Bouwman vaak gebruikt als het gaat om de omslag in Garyp: slim toevertrouwen. ‘Het werk wordt gedaan door mensen uit het dorp, niet door een duur bureau. Zij hebben de ideeën. Waar we kunnen, ondersteunen we hen. Zij hebben de drive, die willen we niet frustreren.’

Al hamert de wethouder net als zijn Utrechtse collega op de ‘randvoorwaarden’: haalbaar en betaalbaar. ‘Zo’n Klimaatakkoord is mooi, maar de bijhorende financiering heb ik nog niet gezien.’

Het sociale weefsel van het dorp is een stille kracht, zegt Bouwman. ‘Dat heeft een grote stad niet.’ Terwijl lokale energie en lokaal draagvlak volgens hem onmisbaar zijn. ‘De energietransitie komt achter de voordeur.’

Modelhuis

Om de bewoners in Overvecht inspiratie te laten opdoen, heeft de gemeente Utrecht een ‘gasvrij huis’ ingericht in het laagbouwbuurtje de Vechtzoom. Voor 40 duizend euro inclusief de aanschaf van een warmtepomp is aan de Costaricadreef een eengezinswoning uit 1969 klaargemaakt voor de gasvrije toekomst.

In de woning, waar voor de vorm een bank, tv en eettafel zijn neergezet, is het comfortabel warm. Wie dat zelf niet voelt, kan het ook lezen op de witte radiatoren onder het raam met HR++-glas. Daarop staat in grote groene letters: ‘Het is hier altijd lekker warm, dankzij de vaste lage-temperatuurconvectoren.’

Sinds de opening ruim een jaar geleden zijn een kleine duizend bezoekers een kijkje komen nemen. Ongeveer eenderde kwam uit Overvecht-Noord. De rest is professional of zomaar geïnteresseerd in gasvrij wonen. Zelfs koning Willem-Alexander kwam langs: een foto van zijn bezoek prijkt in de wandkast.

In het huis zijn allerlei isolatie- en verwarmingsopties te zien. Zoals een elektrische radiator met een tijdsklok in de badkamer en infraroodwarmtepanelen. Maar ook de enorme koelkast, bijna twee meter hoog, het waterreservoir van de warmtepompinstallatie die op zolder staat. ‘Daar worden veel mensen niet blij van’, zegt gemeentelijk projectleider Moniek Elskamp.

Gasvrije modelwoning in Overvecht-Noord.

Elke woensdagmiddag staat Elskamp er bezoekers te woord. ‘Het idee was: laten we een plek maken in de wijk waar mensen heen kunnen. Soms komen ze met pannen aanzetten. Dan zeg ik: zet maar op de inductieplaat. Twee bewoners hebben hier een eitje staan bakken.’

De 80-jarige bewoner die al vijftig jaar met zijn vrouw in een andere eengezinswoning aan de Costaricadreef woont, denkt dat het zijn tijd wel zal duren. ‘Op mijn leeftijd ga ik heus geen 40 duizend euro meer investeren. Het lijkt me te veel gedoe, zo’n warmtepomp.’ Volgens hem heeft de gemeente de verkeerde buurt gekozen. ‘Mensen hier zijn te oud of kunnen het niet betalen.’ Meer bewoners uit de buurt hebben hun bedenkingen. Een Indiase expat bijvoorbeeld, die drie jaar geleden een huis heeft gekocht en het helemaal heeft laten verbouwen. Dat gaat hij toch niet nog eens doen?

Zo lokaal mogelijk

Garyp houdt de zaken het liefst lokaal. Voor de uitvoerende werkzaamheden in de energieomslag is een consortium gevormd van plaatselijke en regionale bedrijven. Ook de familie Stoffelsma laat de verbouwing uitvoeren door de aannemer uit het dorp. ‘Zo houden we de kringloop gesloten’, zegt Jelle Stoffelsma. Het is een handreiking, benadrukt Gjalt Benedictus van de Enerzjy Koöperaasje, geen voorschrift. ‘Wij willen het beste voor Garyp, al komt het uit Groningen.’

De hechte gemeenschap (mienskip, zeggen ze in Friesland) is onbetwist een voordeel. Gjalt Benedictus heeft een berg ervaring en een rijk netwerk, Jacob Miedema wordt in de dorpssuper geregeld om advies gevraagd. Ze zijn boegbeelden en gangmakers, en nog steeds gewoon dorpsbewoners.

Laatst was er een energiemarkt in het dorp die ruim tweehonderd bezoekers trok. ‘Ik zie nu dat men elkaar begint te besmetten’, zegt Miedema. ‘Iemand neemt isolerende beglazing. Buren denken: misschien moeten wij ook eens aan de gang.’

Het zonnepark van Garyp.

Dat neemt niet weg dat de transitie een zaak van de lange adem is, waarschuwt de projectleider. Ook hier moet het wel betaalbaar blijven. Dankzij de proeftuinstatus kan het dorp subsidies verstrekken tot zo’n 10 duizend euro per huishouden. Dat is ook in Garyp niet genoeg om iedereen over de streep te trekken. Energieneutraal is daarom geen heilig doel, zegt Jacob Miedema. ‘Sommige mensen zijn ook tevreden met een stroomrekening van 150 euro.’

Maar welke isolatie is geschikt? En wat is beter: een warmtepomp of toch een pelletkachel? Het begint je al gauw te duizelen. Daarom is het cruciaal dorpsgenoten bij de hand te nemen, zegt Miedema. Er zijn inmiddels zo’n 270 energiescans uitgevoerd. ‘Maar dan kwamen de vragen: hoe nu verder?’

Daarom biedt Aardgasvrij Garyp ook in het vervolgtraject intensieve begeleiding. Op de scan volgt een woningverbeterplan en daarna hulp bij het afwegen van offertes. Jelle Stoffelsma was er goed mee geholpen. ‘Hoezeer je je er ook in verdiept, het blijft ingewikkeld.’

Begeleiding is dus cruciaal, zegt Jacob Miedema, ‘maar kost ongelooflijk veel tijd.’ Hij is als projectleider aangesteld voor 12 uur in de week, waarvoor hij deels ontslag nam van zijn baan bij een beveiligingsbedrijf. Het is alsnog te weinig. ‘Gisteravond kwam er weer iemand aan de deur met een vraag over isolatie.’

Buurtplan

Ook in Overvecht zijn er voorlopers die anderen bij de hand willen nemen. Neem de Vechtzoom, waar actieve bewoners een buurtplan hebben opgesteld voor de transitie. Het merendeel van de buurt heeft zich daarachter geschaard, bleek na een stemming. Ja, zij willen overstappen, mits er een goed alternatief is voor aardgas ‘dat past bij onze mooie buurt’, zo staat te lezen in hun zestien pagina’s tellende buurtmanifest Nieuwe energie voor de Vechtzoom.

Gerbert Hengelaar is een van de initiatiefnemers – ‘geen GroenLinks-stemmer, wel milieubewust’ – en kent de angst en boosheid onder de bewoners van deze 115 eengezinswoningen. ‘We kunnen ons als buurt beter verenigen dan afwachten waarmee de gemeente komt’, zegt hij.

Zo’n top-downbesluit om Overvecht-Noord aan te wijzen als voorloper, was misschien niet handig, zegt Hengelaar. ‘Maar wij willen dit als buurt ombuigen naar iets constructiefs. Het is ook dapper dat wethouder Van Hooijdonk zo’n stap neemt en veel mensen vinden milieu belangrijk.’

De kerngroep Nieuwe Energie voor de Vechtzoom overlegt.

Met gesprekken bij mensen thuis hebben de initiatiefnemers onderzocht of ze alle bewoners op één lijn kunnen krijgen. ‘Het idee is: als er een alternatief is dat aan al onze voorwaarden voldoet, gaan we over. Wij stellen ons coöperatief op. Maar dat de woonlasten niet stijgen, is voor ons een harde voorwaarde.’

Hengelaar merkt dat veel bewoners weerzin voelen tegen het idee voor de transitie een lening te moeten aangaan. ‘Zeker ouderen denken: heb ik daar wel zin in?’

Als er geen passende oplossing komt, doen ze in de Vechtzoom niet mee, beklemtoont Hengelaar. Alle Overvechters zouden als pioniers schadeloos moeten worden gesteld, vindt hij. ‘Wij gaan de rest van Nederland leren wat de gastransitie in de praktijk betekent, dus dat mag wat kosten. De wethouder heeft politiek iets waar te maken. Het slechtste wat ze nu kan doen, is het experiment verpesten door de bewoners te frustreren.’

Had Van Hooijdonk toch beter kunnen wachten met de lancering van het plan voor een gasvrij Overvecht tot de randvoorwaarden waren geregeld? Zelf vindt ze van niet. ‘We moesten ergens beginnen. En we moesten ook écht beginnen. Ik ben ervan overtuigd dat het kan, als alle partijen hun steentje bijdragen. Stapje voor stapje moeten we de problemen oplossen die we tegenkomen. Dan kun je niet verwachten dat we meteen alle antwoorden hebben. Uiteindelijk hoop ik dat Overvecht in 2030 denkt: we zijn hier echt iets mee opgeschoten.’

Groeistuipen

In Garyp hebben ze te kampen met andere groeistuipen. Op het elektriciteitsnet is geen capaciteit voor alle zelfopgewekte stroom. De 280 zonnepanelen op het dak van de oude melkfabriek, waarin nu onder meer de huisarts en een kinderdagverblijf huizen, kunnen hun energie niet kwijt.

Bovendien wil Garyp méér. Een paar extra hectare zonneweide. Wellicht een dorpswindmolen, al ligt het onderwerp in Friesland gevoelig. Gjalt Benedictus en Jacob Miedema filosoferen over een eigen stroomnetwerk voor het dorp, zodat de lokale groene stroom niet wordt vermengd met grijze stroom op het algemene net en het dorp de lokaal opgewekte stroom echt gebruikt. Maar daarvoor moet de Energiewet worden aangepast en dat krijgt zelfs Garyp niet zomaar voor elkaar.

Lastiger nog is dat van de ruim zeshonderd huizen in het dorp liefst 32 procent het slechtste energielabel heeft. Die zijn lastig en duur om te verduurzamen. Voor die huizen, zegt Benedictus, zit je al gauw in de richting van een ton.

Dat zou een groot struikelblok kunnen worden. Ook in Garyp komt er een moment dat dingen niet meer op vrijwillige basis gaan. Vanwege de proeftuinstatus heeft de gemeente de bevoegdheid om de gaskraan eigenstandig dicht te draaien. Maar moet je het daarop laten aankomen, terwijl draagvlak zo cruciaal is?

Miedema: ‘Nu plukken we het laaghangende fruit: mensen die al verbouwplannen hadden, die groen van geest zijn, de financiële middelen hebben. Maar ook hier heb je sceptici die zonnepanelen lelijk en duur vinden.’

Een initiatief als in Garyp valt of staat bij drijvende krachten, balancerend tussen vrijwilligheid en professionaliteit. Benedictus wordt bijna 70, dan wil hij het rustiger aan gaan doen. ‘Een tweede Gjalt vinden we niet’, zegt Jacob Miedema. ‘En wat wij hier doen, kun je elders niet zomaar kopiëren.’

Bron: https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2020/help-hoera-de-wijk-moet-van-het-gas-af~v85440/